Werken in de visserij
Wereldwijd werken volgens de FAO meer dan 40 miljoen mensen in de visserij. Dat is bijna vier keer zoveel als de bevolking van België! Het kan een prachtig beroep zijn, of je nu in je eentje met een hengel vist of als bemanningslid op een megatrawler werkt. Voor veel vissers maakt de vrijheid op zee het zo’n aantrekkelijk vak. Helaas blijkt uit onderzoek dat de arbeidsomstandigheden in de visserij niet altijd goed en veilig zijn. Vooral uit Azië komen schrijnende verhalen en beelden, neem bijvoorbeeld de docu-film Ghost Fleet. Daarom de vraag: doet MSC al iets met de menselijke kant van de visserij? Jazeker, en in samenspraak met vissers, overheden en NGOs werken we aan het opschroeven van de criteria.
Wat zijn de rechten van de (werkende) mens
De Verenigde Naties (VN) hebben in 1948 een Universele Verklaring van de Rechten van de Mens opgesteld, tot op vandaag de dag de basis voor veel wet- en regelgeving. Dat gaat over de basics, denk aan veilig en vrij kunnen leven, recht op voedsel, kleding, educatie en… werk. Wat de condities voor werk dan moeten zijn, is verder uitgewerkt door een VN-agentschap, de International Labour Organisation (ILO). Via verdragen, standaarden en monitoring agendeert en beschermt de ILO arbeidsnormen, waarbij vier principes fundamenteel zijn: geen gedwongen arbeid (slavernij), geen kinderarbeid, geen discriminatie, en het recht op vereniging (vakbonden, collectief onderhandelen).
Voor werk in de visserij is er de ILO Work in Fishing Convention (C188), die in 2017 in werking is getreden. Er is nog maar een beperkt aantal landen dat deze conventie heeft geratificeerd (o.a. Frankrijk, Noorwegen en Marokko – België niet), maar alle schepen die aanmeren in hun havens dienen bewijs te kunnen tonen dat aan de voorgeschreven arbeidsnormen wordt voldaan en er geen sprake is van kinder- of gedwongen arbeid aan boord.
De uitdaging in het beschermen van arbeidsrechten
Ondanks het feit dat de meeste landen ter wereld ten minsten een of enkele ILO verdrag(en) hebben ondertekend, blijkt dat er wereldwijd schendingen van fundamentele arbeidsrechten plaatsvinden. De exacte omvang blijft een schatting, omdat juist het gebrek aan transparantie en controle deel van het probleem is. Via de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen geven 45 (welvarende) landen nog eens uitgebreider aan wat ze van internationaal opererende bedrijven verwachten rondom mensenrechten binnen hun eigen muren en hun aanvoerketen, maar dit blijven richtlijnen en geen wetten die gehandhaafd kunnen worden.
Verschillende nationale overheden zetten al verdere stappen, bijvoorbeeld het VK met haar Modern Slavery Act en de Franse Corporate Duty of Vigilance Law. Deze wetten dwingen grote bedrijven om (moderne) slavernij, mensenhandel en kinderarbeid tegen te gaan, ook in hun leveranciersketen. Over dat laatste wordt veel gesproken, omdat ketens vaak zo lang en/of complex zijn (dit is ook bij vis vaak het geval …) dat het moeilijk is te garanderen en bewijzen dat er geen schendingen van arbeidsrechten plaatsvinden. Daarom zijn de keten-eisen berust op transparantie over de aanpak in plaats van op specifieke uitkomsten. De bedrijven moeten publiek aangeven welke maatregelen ze treffen tegen het schenden van arbeidsrechten bij hun leveranciers. De maatregelen zelf worden niet formeel beoordeeld, maar de openbaarheid creëert een aanspreekpunt voor NGOs, investeerders en andere belanghebbenden.
Diverse multinationals zijn wel goede stappen aan het zetten om risico’s rondom mensenrechten in hun keten te identificeren en mitigeren, maar er zijn ook diverse NGO rapporten die concluderen dat er nog veel moet verbeteren.
Vrijwillige standaarden
Naast wet- en regelgeving en richtlijnen, zijn er ook vrijwillige standaarden die bedrijven helpen goed sociaal beleid te voeren en dit ook echt controleren en auditeren, zeker als er ook een consumenten keurmerk bij komt kijken. Bijvoorbeeld de Fair Wear Foundation, die aangesloten textielbedrijven en hun keten tot aan de bron controleert op het naleven van arbeidsnormen. Ook gerelateerd is Fairtrade, wat zich (breder dan hierboven) inzet op het verzekeren van eerlijk inkomen voor het begin van agroketens: (kleinschalige) boeren. Geen makkelijke klus, maar plantages en boerderijen zijn tenminste op een vaste locatie op land, die je kan bezoeken en volgen over tijd. Bij vis geldt dat ook voor viskwekerijen, waardoor ASC (Aquaculture Stewardship Council, bekend van het groene keurmerk) ook al sociale criteria voor het welzijn van arbeiders in viskweek in haar Standaarden heeft opgenomen. MSC gaat over wilde visvangst, dus visserij in open water. Daar is dit een ander verhaal – de omstandigheden aan boord van een schip zijn een stuk lastiger te zien en controleren, zeker als ver uit de kust wordt gevist. Er zijn een paar regionale initiatieven; de Amerikaanse Fair Trade tak heeft bijvoorbeeld de Fair Trade Capture Fisheries Standard, voornamelijk gericht op kleinschalige kustvisserij, en in de UK is het Responsible Fishing Scheme ontwikkeld. Uit Spanje komt nog de Responsible Tuna Fisheries Standard, gebaseerd op de eerdergenoemde ILO C188 conventie. Goede stappen met systemen voor controle aan boord, maar er is nog geen arbeidsstandaard die wereldwijd en op alle soorten visserij wordt toegepast en geauditeerd.
Arbeidsrecht in de MSC Visserij Standaard
MSC heeft sinds het begin, d.w.z. al ruim 20 jaar, een ecologische focus; ze is gericht op het beschermen van het zeeleven. Dat is al ingewikkeld genoeg, en over de jaren kwam er steeds meer vraag om ook de mensen die werken in de visserij te helpen beschermen met het MSC-programma. Want als je een visproduct met het blauwe MSC-keurmerk koopt, wil je natuurlijk niet dat daar mensenrechten bij zijn geschonden. Omdat dit niet MSC’s eigen kennisterrein is, worden alle stappen gebaseerd op andere bestaande en breed erkende sociale initiatieven.
In 2014 is de eerste grote stap gezet; bedrijven veroordeeld voor dwang- of kinderarbeid (twee van de eerdergenoemde fundamentele ILO-principes) zijn uitgesloten van het MSC-programma. Veroordeeld dus, wat betekent dat er eerst een (soms langdurig) juridisch traject moet zijn doorlopen. In de jaren daarna is met publieke inbreng en samenwerking gekeken hoe de borging verstevigd kan worden, zonder onrealistische eisen te stellen. Het plan dat zich heeft gevormd, kent twee fasen:
Fase 1: een publieke zelf-verklaring van visserijen
Vanaf 28 februari 2019 (de dag van deze blogpost) moeten alle MSC-gecertificeerde visserijen en verwerkers op zee een zelf-verklaring publiceren waarin ze uitleggen hoe ze hun werknemers beschermen tegen risico’s op dwang- en kinderarbeid (een beproefd model, zoals in de hierboven beschreven Modern Slavery Act en Duty of Vigilance Law). De visserijen gebruiken het Cerificate Holder Forced and Child Labour Policies Practices and Measures Template, en moeten hierin aangeven:
- Welke instanties naleving van arbeidsrecht controleren in het gebied van de gecertificeerde activiteit, en hoe zij dat doen;
- maatregelen die zijn ingevoerd om risico’s op kinder- en dwangarbeid te identificeren en beperken;
- wervingsmethode van bemanning, en indien van toepassing de herkomst samenstelling van de bemanning;
- of, hoe en, zo ja, welke arbeiders vertegenwoordigende groepen betrokken zijn;
- de aard van en onderwerpen in contracten en andere arbeidsafspraken;
- externe controles of certificering van arbeidsomstandigheden binnen de afgelopen twee jaar, de nationale minimale leeftijd voor bemanningsleden en welke formele controle hier op is;
- hoe wordt omgegaan met repatriëring (naar huis reizen na einde contract);
- of bemanning bepaalde kosten wordt opgelegd en hoe schuldslavernij wordt voorkomen;
- hoe bemanning hun stem kan laten horen en incidenten kan melden (bijv. een hotline);
- hoe wordt gezorgd dat bemanning vrije toegang tot hun identificatiedocumenten heeft.
Uiterlijk 31 augustus 2019 moeten alle gecertificeerde visserijen (eind februari 2019 meer dan 300) dit publiek maken, anders kunnen ze niet in het programma blijven deelnemen. De komende maanden zullen ingevulde templates op de openbare MSC-certificaten database Track a Fishery gaan verschijnen.
Fase 2: labour audits bij hoog-risico visserij activiteiten
Binnen MSC’s reguliere Fishery Standard Review wordt fase 2 verder uitgewerkt; deze publieke herzieningsronde is net van start en wordt in de zomer van 2021 afgerond. De aanpak staat op hoofdlijnen wel vast: de kern is dat hoog-risico visserij activiteiten een audit tegen (elementen uit) een erkende arbeidsstandaard moeten laten doen om gecertificeerd te kunnen worden en blijven. De schuingedrukte stukken staan daarbij de komende periode ter discussie; hoe stel je risico precies vast (waarschijnlijk een combinatie van locatie en activiteit) en welke standaarden worden als erkend gezien. Vooral dat laatste is spannend, omdat er zoals hierboven aangegeven, nog geen internationaal breed gedragen en generiek toepasbare arbeidsstandaard voor wildvangst is. MSC betrekt relevante instanties en werkt met bestaande (regionale) schema’s als de hierboven genoemde Capture Fisheries Standard en het Responsible Fishing Scheme om te zien of er ook bredere versie(s) te ontwikkelen zijn.
Arbeidsrecht in de ASC-MSC Chain of Custody Standaard
Dan is er natuurlijk nog de handel en visverwerkende industrie, waar de rechten van nog eens miljoenen arbeiders ook beschermd dienen te worden. De ASC-MSC Chain of Custody (CoC) ofwel Traceerbaarheidsstandaard zorgt dat gecertificeerde vangst gedurende verwerking gescheiden blijft van niet-gecertificeerde vis, zodat we zeker zijn van de herkomst van eindproducten met het keurmerk. Voor deze op land gevestigde bedrijven, gaat dat risico-gebaseerde model voor arbeidsrecht borging naar alle verwachting binnenkort al in, omdat er op land (in tegenstelling tot op zee) al wel diverse arbeidsstandaarden bruikbaar zijn. De publieke consultaties voor het updaten van de CoC Standaard met deze eis zijn eind 2018 afgerond, dus we verwachten binnen enkele weken de definitieve scoring methode, selectie van erkende Standaarden en de inwerkingtredingsdatum bekend te maken. Stay tuned!
Wereldwijd programma met publieke inspraak
Tot slot, MSC is zich ervan bewust dat deze eerste stappen en fases nog een beperkte aard hebben, en er zorg bestaat over veel meer sociale thema’s in de wildvangst en visindustrie. Het is ten eerste een uitdaging om goed verifieerbare en auditeerbare best-practice Standaarden in te voeren, die op meetbare gegevens en wetenschappelijke informatie zijn gebaseerd. Bovendien is het een continue balanceer-act om daarbij wel toegankelijk genoeg te blijven, ook voor minder ontwikkelde regio’s. Toegankelijkheid is daarbij geen doel op zich, maar een middel om maximale impact van ons programma op de oceanen te hebben. Door actief overheden, bedrijven en NGOs van over de hele wereld te betrekken, zoeken we de beste weg voorwaarts.
Gedachtes naar aanleiding van dit stuk? We horen het graag
* De nieuwe eis van een zelf-verklaring is opgenomen in het MSC Fisheries Ceritification Process v2.1, dit document gebruikt de CAB (een onafhankelijke auditor) als stappenplan in een visserij beoordeling.
NB: blog posts zijn geen officiële standpunten van MSC. We delen als MSC Benelux graag achtergrond, interpretaties en persoonlijk inzichten die we relevant achten voor onze lokale partners. Feedback, vragen, interesses en suggesties zijn welkom.