Bill Holden, MSC Senior Fisheries Manager voor Oceanië en Zuidoost-Azië
Het gebruik van een hengel en lijn kan een geweldige manier zijn om tonijn te vangen. Het is een vrij schone en selectieve methode: omdat de tonijn één voor één wordt gevangen is er weinig bijvangst van andere soorten. Daarnaast verzekert de hengelvisserij het levensonderhoud van vele duizenden ambachtelijke vissers en draagt het bij aan het behoud van een traditionele levensstijl. Het is dus begrijpelijk dat consumenten doelgericht op zoek gaan naar tonijn die met hengel en lijn wordt gevangen. In Noord-Europa hebben bovendien campagnes tegen niet-duurzame tonijnvisserij op grote schaal ertoe geleid dat de supermarkten meer met de hengel gevangen tonijn aanbieden, als een relatief milieuvriendelijk alternatief.
De hengelvisserij is echter slechts goed voor ongeveer 10% van de wereldwijde tonijnvangst en vindt met name plaats in Indonesië, Japan en op de Maldiven. En er is weinig aanleiding om te verwachten dat dit aandeel zal toenemen: ondanks de stijgende vraag zien we geen grootschalige publieke of private investeringen in de uitbreiding van de tonijnvisserij met de hengel. Op veel plaatsen hebben hengelvisserijen zelfs moeite om nieuwe vissers te rekruteren terwijl de goed geschoolde hengelvissers veelal met pensioen gaan.
De realiteit is dat de hengelvisserij gewoonweg geen economisch rendabele manier is om grote hoeveelheden tonijn op wereldschaal te leveren. Het is veel arbeidsintensiever dan andere vangstmethoden, en hoewel dit vanuit sociaal oogpunt misschien goed is, brengt het aanzienlijke extra kosten met zich mee. Ook verbruiken de schepen van de hengelvisserij meer brandstof per ton tonijn dan ringzegen- of langlijnschepen, waardoor de marges nog verder onder druk komen te staan.
Er zijn daarnaast ook nog andere overwegingen waarmee rekening moet worden gehouden. Zo wordt er bij de hengelvisserij op geelvintonijn bijvoorbeeld flink meer jonge tonijn gevangen dan het geval is bij de langlijnvisserij en de ringzegenvisserij op vrij zwemmende scholen. Ook wordt bij de hengelvisserij levend aas gebruikt, wat betekent dat de bemanning eerst extra tijd moet besteden aan het vangen van aas – ervan uitgaande dat er in de buurt geschikte visgronden voor lokaas zijn. Dat is wel vaak het geval in Indonesië en op de Maldiven, maar minder in andere regio’s.
En ook de visserij met lokaas heeft ecologische en sociale gevolgen. De benodigde hoeveelheid aas komt overeen met ongeveer 10% van de tonijnvangst (in gewicht). Vissoorten die vaak als aas worden gebruikt, zoals sardines, spelen een belangrijke rol binnen het ecosysteem en voor de lokale voedselzekerheid, en daarom is het cruciaal dat de aasvisserij op duurzame wijze plaatsvindt. Bij tal van visserijen ontbreken echter de gegevens om te bepalen of dat wel of niet het geval is, met name in ontwikkelingslanden.
Tegenwoordig zijn verschillende hengelvisserijen MSC gecertificeerd, onder meer op de Malediven, die ongeveer een kwart van de wereldwijd met hengel gevangen tonijn leveren. Maar er zijn ook visserijen die tonijn op andere manieren vangen en gecertificeerd zijn tegen de MSC-standaard voor duurzame visserij. Dat betekent dat zij hun tonijnbestanden op duurzame wijze bevissen, dat de impact van de visserij op het mariene ecosysteem en andere soorten tot een minimum beperkt blijft en dat deze visserijen goed worden beheerd. Daarbij is het belangrijk om altijd rekening te houden met de schaalgrootte: hoewel uit de belangrijkste statistieken blijkt dat de tonijnvisserij met ringzegens veel meer bijvangst heeft dan de hengelvisserij, produceert de ringzegenvisserij ook een veel grotere hoeveelheid tonijn. In feite is het aandeel van de bijvangst in de ringzegenvisserij op vrij zwemmende tonijnscholen die op duurzaamheidsvlak het beste presteert, ongeveer gelijk aan de vereisten wat betreft aas voor de hengelvisserij.
Dus hoewel de visserij met hengel en lijn een belangrijke vangstmethode met een relatief lage milieu-impact is, zal deze op zichzelf nooit in de wereldwijde vraag naar tonijn kunnen voorzien. Daarom moet onze gezamenlijke prioriteit liggen bij het verder verduurzamen van de tonijnvisserij – en dat geldt voor alle vangstmethodes die over de hele wereld worden toegepast.