Op 5 maart 2023 bereikten de leden van de Verenigde Naties (VN) een historische overeenkomst over de bescherming van de mariene biodiversiteit in internationale wateren. Het akkoord werd bereikt op het hoofdkwartier van de VN in New York, waar de afgelopen twee weken hard is onderhandeld over het ontwerpverdrag. De besprekingen begonnen in 2004 en werden gehouden door de afgevaardigden van de Intergouvernementele Conferentie over mariene biodiversiteit van gebieden buiten nationale jurisdictie, beter bekend onder het acroniem BBNJ.
Het juridische kader, ook wel het "High Seas Treaty" genoemd, bevat onder meer de volgende afspraken; 30 procent van de wereldzeeën wordt beschermde gebieden, meer geld in mariene instandhouding investeren en de toegang tot en het gebruik van mariene genetische hulpbronnen.
Dat dit akkoord hoognodig was, is een understatement. Inmiddels wordt tweederde van de wereldzeeën beschouwd als internationale wateren. Dat betekent dat alle landen het recht hebben om er te vissen, te varen en onderzoek te doen. Maar tot nu toe was slechts ongeveer 1 procent van deze open wateren - de zogenaamde ‘high seas’ - beschermd. Daardoor loopt het mariene leven in het overgrote deel van onze oceanen het risico te worden uitgebuit door bedreigingen zoals klimaatverandering, overbevissing en scheepvaartverkeer.
Rupert Howes, Chief Executive van de Marine Stewardship Council, zei over het akkoord het volgende:
"Na bijna twee decennia van onderhandelingen is het akkoord over het High Seas Treaty een belangrijke stap voorwaarts om de internationale bescherming van onze oceaan te versterken. De kern van het verdrag is het behoud en het duurzame gebruik van de mariene biologische diversiteit - een doel dat de Marine Stewardship Council (MSC) ondersteunt en dat centraal staat bij duurzame visserij.
Een gezonde, bloeiende oceaan is essentieel voor de wilde visserij en de gemeenschappen die ervan afhankelijk zijn. Nu landen het Verdrag gaan ratificeren, is het essentieel dat de rol van duurzame visserij wordt erkend. MSC-gecertificeerde visserijen - waaronder visserijen die commercieel en ecologisch iconische soorten zoals tonijn, horsmakreel en andere pelagische soorten op open zee vangen - laten zien dat internationale visserijen aan de hoogste duurzaamheidsnormen kunnen voldoen, mits er sprake is van effectief internationaal beheer, wetenschap en toezicht.
Maar snellere vooruitgang is noodzakelijk, aangezien de oceaan onder toenemende druk staat van klimaatverandering, overbevissing en biodiversiteitsverlies, in combinatie met een toenemende mondiale vraag naar vis en schaal- en schelpdieren. Daarom dringen wij er bij de landen op aan het Verdrag met spoed te ratificeren en de rol van de vissers, naast de beleidsmakers, het bedrijfsleven en de ngo's, bij de uitvoering ervan te erkennen. Het is van vitaal belang dat deze standpunten in aanmerking worden genomen om ervoor te zorgen dat het Verdrag de voedselzekerheid en de bestaansmiddelen van miljarden mensen over de hele wereld ondersteunt en tegelijkertijd onze ongelooflijke oceaan in stand houdt."