Skip to main content

Het MSC-programma helpt mee met het beschermen van het leven op de zeebodem

Hoeveel weten we over de organismen die op de zeebodem leven? Zee sponzen en diepzeekoralen zijn slechts enkele van de fascinerende soorten die op de zeebodem lezen. De MSC standaard houdt rekening met de effecten van het vissen op deze onzichtbare plaatsen.

Wanneer een visserij wordt beoordeeld op basis van de MSC visserijstandaard, onderzoekt het beoordelingsteam de impact van de visserij op het hele mariene ecosysteem waar wordt gevist. Een visserij kan niet worden gecertificeerd als zij aanzienlijke schade veroorzaakt of onomkeerbare gevolgen heeft voor de structuur en de functie van een zeebodemhabitat.

Visserijen die volgens de laatste versie van de visserijstandaard worden beoordeeld, moeten ook aandacht besteden aan kwetsbare mariene ecosystemen (KME's). Deze term is in het leven geroepen door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). In 2008 heeft de FAO criteria ontwikkeld voor het definiëren van kwetsbare mariene ecosystemen. We hebben de definitie van de FAO opgenomen in onze visserijstandaard.

De MSC-standaard vereist dat gecertificeerde visserijen hun eigen interacties met kwetsbare mariene ecosystemen tot een minimum beperken en visserijen minimale schade kunnen aanrichten. Daarvoor moeten gecertificeerde visserijen samenwerken met elkaar en andere visserijen om het ontzien van kwetsbare mariene ecosystemen uit te voeren.


Kleurrijk leven op de zeebodem

Duurzame visserij en wetenschap: een goed team

Om vissers te helpen begrijpen hoe hun activiteiten van invloed zijn op de zeebodem, hebben de MSC en de Universiteit van Bangor een instrument ontwikkeld waarmee vissers hun impact op een consistente manier kunnen meten. Het meetinstrument is bedoeld om ze te helpen de impact op de zeebodem te beoordelen. Het kan ook de voorlopige beoordeling vergemakkelijken van de vraag of een visserij voldoet aan de eisen van de MSC-milieunorm. 

De visserij kan zien hoe een verandering in het visserijbeheer het effect ervan op de habitats in de beviste gebieden kan minimaliseren en verbeteren. 

Het instrument stelt vier vragen om de impact van de vissers op de zeebodem te begrijpen:

  1. Waar vist een boot en hoe vaak vist hij daar?
  2. Wat is het effect van het vistuig op de zeebodem?
  3. Welke soorten zeebodemhabitats bestaan er in de voetafdruk van de visserij?
  4. Hoe lang duurt het voordat elk habitattype zich herstelt na verstoord te zijn door het gebruikte vistuig?

De informatie wordt uit verschillende bronnen verzameld:

  • De logboeken van de vissersvaartuigen en de volgsystemen voor vissersvaartuigen (VMS) vertellen ons waar en hoe vaak er wordt gevist.
  • Onderzoek zoals het Trawling Best Practice Project schat de impact van vistuig op de zeebodem in. Dit onderzoek heeft aangetoond dat de uitputting van habitats sterk samenhangt met de penetratie van vistuig.

De soorten die op de zeebodem leven, laten zien hoe lang het duurt voordat deze habitat zich herstelt na het vissen. Voor langlevende soorten zoals koralen of sponzen duurt het langer voordat het leefgebied zich herstelt van verstoring.

Het oppervlak van de zeebodem zelf is ook belangrijk. Zo herstelt een ondiepe zandbank die wordt blootgesteld aan vele getijden en stormen zich meestal sneller dan een kalme, modderige diepzeebodemhabitat.

Het instrument wordt momenteel getest en zal naar verwachting tussen 2021 en 2022 worden uitgebracht.

Internationale voorbeelden

Groenland

In Groenland heeft het in kaart brengen van de zeebodem de gecertificeerde heilbotvisserij geholpen om de impact op hun leefgebied te begrijpen. De zeebodem rond Groenland is de thuisbasis van koralen en sponzen en andere opmerkelijke wezens zoals bryozoën, oude korstmosachtige dieren die op diepte ongewone kolonies vormen. 

Naar aanleiding van het onderzoek heeft de visserij maatregelen genomen om de impact ervan op de zeebodem te verminderen. Ze hebben het vistuig aangepast om het verder van de zeebodem te tillen en de schade aan de zeeveren, een soort zacht koraal, te verminderen. De visserij heeft ook gelobbyd voor de aanwijzing van een marinereservaat om belangrijke koraal- en sponssoorten te beschermen.

Zuid- Afrika

In Zuid-Afrika is de gecertificeerde heekvisserij in ondiepe en diepe wateren voor de west- en zuidkust beperkt tot een aangewezen gebied om zo de gevolgen voor de zeebodem te minimaliseren. De visserij heeft onderzoek ondersteund, zoals een vijfjarig experiment om veranderingen in de zeebodem te bestuderen nadat gebieden waren gesloten voor de sleepnetvisserij. Deze heekvisserij heeft ook niet meer gevist in gebieden die worden voorgesteld als beschermde mariene gebieden (MPA's).

In het zuidwesten van de Atlantische Oceaan is een gecertificeerde jakobsschelpvisserij bezig met het aanleggen van reservaten in de visgronden om de broedende schelpdieren in stand te houden en de gebieden vrij te houden van verstoring van de visserij. Om de certificering te behouden, zijn zij verplicht te onderzoeken of de soorten in beviste en niet-beviste gebieden veranderen om ervoor te zorgen dat de visserij geen ernstige of onomkeerbare schade aan de habitat veroorzaakt. 

Schotland

In de Schotse wateren bevinden zich gebieden waar zeeveren leven. Zeeveren zijn koralen die leven  op de zeebodem en  eruitzien als ouderwetse vulpennen. Ze zijn erg kwetsbaar wanneer een visserij sleepnetten gebruikt. Vanwege de certificering en de MSC-eis om kwetsbare mariene ecosystemen te vermijden, heeft een Noordzeekabeljauwvisserij met ongeveer 230 schepen vrijwillig ingestemd met het vermijden van de sleepnetvisserij in dit gebied. De Schotse regering houdt toezicht op deze sluiting van het visgebied. Als nieuwe visserijen in het gebied worden gecertificeerd, moeten zij zich ook aan deze overeenkomst houden.